Winnaars

Meedoen is belangrijker, dan winnen. Dat is de aloude Olympische gedachte, ook bij de oude Grieken. Toch was winnen ook in die tijd belangrijk voor sporters. Na winst stond hen eeuwige roem te wachten omdat ze in hun dorp of streek werden gezien als grote helden. Dit heldendom bracht met zich mee dat winnaars hun leven lang werden voorzien van allerlei giften.

Een Olympisch winnaar kreeg als beloning voor zijn overwinning een olijftak van de heilige boom van Zeus. Van deze takken maakte men naar alle waarschijnlijkheid kransen. Als de Olympiër terugkeerde naar zijn stadstaat, dan stonden hem grootse beloningen te wachten. Hij kon bijvoorbeeld voor de rest van zijn leven op kosten van de stad eten, kreeg een grote geldbeloning en had een keuze uit de mooiste vrouwen van de stad.

In de loop der tijden namen de Spelen grote uitbreiding aan, maar ze verloren ook hun oorspronkelijke zuiverheid. De Olympische gedachte ontaardde. De winnaars bleven niet tevreden met een bescheiden olijfkroon als beloning. Zij eisten prijzen in natura, waarvan de waarde in stijgende lijn bleef gaan zoals bronzen bekers en vazen, kleren, wapens, muilezels, runderen, paarden en zelfs slaven. Tenslotte wilden sporters met geld beloond worden. Ten tijde van de Atheense wetgever en hervormer Solon, kreeg een Olympische winnaar 500 drachmen, een bedrag dat een bovenmodale burger nauwelijks verdiende in één jaar. Het Olympische toernooi was vanaf nu niet langer gebaseerd op de basis van sportiviteit maar kreeg steeds meer de vorm van een toernooi waar beroepssporters elkaar benijdden.